De goede weg
Ik was meteen vandaag maar gegaan. Vanwege de taartjes? Nee, dat was het niet. Iets anders trok me naar de plek waar Jan gisteren was. Het woord Holten uit zijn verhaal had iets in me wakker gemaakt. Door een prachtig landschap, wit van de vorst, sprookjesachtig door de zon, reed ik naar het station. De trein kwam niet. De meeste mensen die naar het station waren gekomen om de trein te nemen, vertrokken weer. Ook ik volgde die stroom. Ging ik echt naar Holten vandaag? Ik wist het niet. Ik ging nu naar de boekhandel om een agenda voor het nieuwe jaar te kopen. Dat wilde ik immers nog. Hij was gelukkig al open. Via de scheurkalenders kwam ik bij de agenda’s. Ik speurde naar m’n favoriete exemplaar en vond er één, eerst in zwart en even later in zeegroen, mijn lievelingskleur.
Tot mijn verrassing was ik een kwartier later alweer terug op het station. Ik nam de volgende trein en stapte uit in Holten. Ik liep de kant van de Holterberg op en ontdekte iets nieuws: een fietspad waarop je mag zingen. Op een groot blauw verkeersbord naast het fietspad stond: ‘ZANGFIETSPAD. Hier mag je officieel (mee)zingen op de fiets! Geen vreemde pauzes meer in je liedje omdat er iemand langs fietst.’ Het was jammer dat ik niet op de fiets was. Ik nam het voetpad ernaast. Al vrij snel kwam ik uit bij m’n favoriete cafe met open haard. Ik twijfelde of ik meteen al naar binnen zou gaan.
Ik draaide me om en terwijl ik op het kruispunt naar de wegwijsborden keek, groette een man me. ‘Je kunt hier alle kanten op’, zei hij, ‘ook de goede’. Dat was precies waar ik over twijfelde, wat was de goede kant, zowel hier letterlijk in het bos, als in het project waar ik aan werkte. Ik nam het Marskramerpad, het Pieterpad had ik al eens gelopen. Echter na een paar meter draaide ik weer om. Het pad liep in de richting van een autoweg die ik hier al kon horen. Dan toch maar het Pieterpad. Bij een grote boomstam die een onder bladeren bedekt zijpad naar rechts blokkeerde, stapte ik over de boomstam en liep het pad in. Het was alsof hier het echte bos begon, buiten de gemarkeerde paden. Ben ik dan niet bang om te verdwalen?, vroeg ik me af. Nee.
Een stukje verderop pakte ik m’n camera en fotografeerde het door de zon betoverde bos. Even verderop kwam ik uit op het Marskramerpad, dat me weer terug naar het kruispunt leidde en naar het café, waar ik nu wel naar binnenging. Doordat Jan op Facebook schreef over zijn avontuur in Holten en de taartjes die hij daar at, kon ik niet om een taartje heen. Het plekje bij de haard was helaas bezet. Ik koos een tafeltje met uitzicht op de haard, zodat de werkelijkheid nog enigszins in de buurt kwam van wat ik me had voorgesteld. Even later zat ik alsnog bij de haard. Ik probeerde nog wat helderheid te krijgen over ‘de goede weg’ en stapte vervolgens het bos weer in. Ik nam nu wel het Marskramerpad, nu ik wist dat het vrijwel meteen een prachtig bospad insloeg. Ik was benieuwd naar dit voor mij nieuwe pad. Ik zag op een bord dat het naar Rijssen liep en dat niet eens zo ver was. Daar kon ik ook de trein nemen. De route en het plan voor de middag waren bepaald.
Ik was nog maar nauwelijks op weg toen er naast het pad zo’n prachtige rood-met-witte-stippen paddenstoel stond. Daar was ik laatst in het bos nog naar op zoek geweest, zonder resultaat. Terwijl ik er een foto van maakte zag ik dat er een hartje in gegrafeerd stond, door de natuur. De goede weg, dat is natuurlijk die van het hart.