Kindervragen
‘Ik heb een hart, ik heb armen, ik heb benen, maar wat ben ik zelf dan?’ Mijn zoon is zojuist op het bed gesprongen waar ik nog in lig. Hij is een paar dagen geleden zeven jaar geworden en komt me nu halen voor het ontbijt. Hij kijkt naar zijn lijf en strekt zijn armen uit.
Ik ben meteen klaarwakker. Ja, wat is ‘hij’ eigenlijk? En wat ben ‘ik’? Ik kijk vol bewondering naar hem. Is hij nu echt bij de meest fundamentele vraag van het leven aangekomen? Ik ben altijd op zoek geweest naar wie ik ben, maar wat? Ik heb het me wel eens zijdelings afgevraagd toen ik las over een ego en een ik in mij, waarbij het ik het ego kan waarnemen, alsof er twee ‘ikken’ in mij huizen. Nog nooit heb ik me zo praktisch mijn lichaam beschouwend afgevraagd wát ik dan ben.
Terwijl ik naar m’n zoon kijk, probeer ik me voor te stellen welke vorm of welke kleur ‘ik’ zou kunnen hebben en waar het zich bevindt. Ik vertel hem dat ik denk dat ik wel ergens een essentie in me heb, iets wat mij mij maakt en van waaruit ik de dingen doe. ‘Dat zit ergens in m’n hart of m’n buik of misschien wel allebei’, voeg ik eraan toe. Hij lijkt niet erg geïnteresseerd in mijn antwoord. Terwijl ik nog onder de indruk ben van zijn vraag, springt hij van het bed en vraagt: ‘Kom je?’ ‘Ja, ík kom ontbijten’.
Ingezonden voor de Columnistenjacht van de Volkskrant op 4 september 2019
Wat nou … als alle ikken vastzitten aan dezelfde “onderstroom”. Wat maakt een ik dan een ik en wat miskomt ons als we dit onderscheid van de ikken loslaten?
Dat maakt me reuze nieuwsgierig hoe we dan zouden leven en ook hoe ‘ik’ me dan zou voelen en bewegen door dit ‘alles’ vanuit die ‘onderstroom’, welke beelden of ideeën heb jij daarbij?