“Wat zou je graag willen ontdekken, Liene?” We zitten aan de ontbijttafel en Liene (5 jaar) denkt na. “Bomen” is haar antwoord. Wat een mooi antwoord is, maakt mijn hoofd tot een grote vraag. Mijn hoofd begint met denken en daar stopt het ontdekken meteen. Hoe kan ik daar nu vorm aan geven? Ik zoek naar een duidelijk kader, zodat ik aan haar verwachtingen kan voldoen. Dus ik vraag: “Hoe wil je bomen ontdekken?” “Gewoon bomen ontdekken” is haar antwoord. Daar schiet ik dus niet zo heel veel mee op. “Waar staan die bomen?” Ik probeer het nog een laatste keer. “Weet ik niet.” Oke….
In de dagen die volgen probeer ik het nog een paar keer scherp te krijgen wat Liene wil ontdekken. Elke dag verzint ze iets nieuws. De bomen blijven wel terugkomen. Wat voor haar ontdekken is, is voor mij nog steeds onduidelijk. Ondertussen heb ik ook een idee. Het Arboretum lijkt me bij uitstek de plek om bomen te ontdekken. Ik ben er zelf nog nooit geweest. Dit is dus de kans om eens te gaan kijken. Zo wordt het voor mij ook een ontdekkingstocht. Inmiddels is het zaterdag. De auto is ingepakt en iedereen (ik, Liene en haar broertje Brent) is klaar om op pad te gaan. Eenmaal in de auto duurt vallen beide kinderen binnen 5 minuten in slaap. Ik had verwacht dat ze zo enthousiast zouden zijn dat ze niet zo in slaap zouden vallen.
We lopen het Arboretum in. Het Arboretum blijkt een groot park met verschillende landschappen. Van een bos tot een open park en een moeras. Liene en Brent rennen het pad op naar de eerste boom. “Wat voor boom is dit, mama.” Ik lees het bordje voor. “Oke! Wat voor boom is dit, dan?” Liene en Brent zijn al weer bij de volgende boom. Ik doe mijn best om ze ‘echt’ naar de bomen te laten kijken. “Wat zie je aan deze boom?” En “Heb je de schors van de boom gezien? Die is echt anders dan die andere.” Nog voor ik aan het einde van mijn zin ben, zijn Liene en Brent al bij de sloot.
“Dit werkt dus niet” bedenk ik me. “Nu ff go-with-the-flow”, zegt een stemmetje in mijn hoofd. Dat is wat ik probeer. Langzaam lopen we het pad verder af. Af en toe kiezen we welk pad we nemen. Bij elk bordje vraagt Liene wat er staat. Ik lees trouw voor wat erop staat, om vervolgens op zoek te gaan naar het volgende bordje. Bomen ontdekken blijkt dus het vinden van de bordjes met de naam van de boom te zijn. Dat is wel echt anders dan mijn definitie van ontdekken. Ook dat is een ontdekking, bedenk ik me.
Het blijkt tijd voor de speeltuin. Dat is wat Liene en Brent willen. We gaan we op zoek naar een speeltuin. Op de plattegrond die halverwege het park staat vind ik een speeltuin. Die blijkt wel echt anders dan ze gewend zijn.
Een speeltuin met houten palen waar touwen tussen gespannen zijn en gestapelde stenen. Het duurt even en dan hebben ze zelf hun draai gevonden. Even later eten we samen ons meegebrachte lunch. Daarna lopen we langzaam al ontdekkend terug richting de auto.
Liene en Brent zijn blij met elke nieuwe speelmogelijkheid die ze ontdekken. Ik ben blij met elk bankje waarop ik weer even kan zitten om te niksen, fotootjes te maken van spelende kinderen en te genieten van de rust. Want er is bijna niemand en ‘go-with-the-flow’ geeft ruimte voor rust. Ook dat is fijn om te ontdekken.
Zo wordt een dag van bomen ontdekken en ontdekkingstocht op zich. Van mijn eigen beelden en de beelden van de kinderen, van het ontdekken van nieuwe manieren van spelen tot het ontdekken dat ‘go-with-the-flow’ pas echt ruimte geeft om te ontdekken.
Judith, Liene en Brent, I FOLLOW – verhaal 3