Marion schiet me aan tijdens CoworkFriday. Wat ze op de website van Expeditie Hoogbewust las kwam haar bekend voor. Jaren geleden, toen ze een tiener was, las ze over Indigokinderen. Ze herkende zich daar toen in en herkent dit in wat ze las over hoogbewustzijn.
De Indigokinderen zijn wat ze zich herinnert geboren ergens tussen 1969 en 1985 en zijn nu volwassen. Marion, geboren in 1973 is een van de eersten van deze groep. In deze jaartallen herken ik de pragmatische generatie waarin ik me een aantal jaar geleden vanuit het thema generatieleren verdiepte. Voor Marion is hoogbewustzijn een nieuwe meer toegankelijke term voor de meer ‘zweverige’ publicaties over de Indigokinderen.
We vervolgen ons gesprek twee weken later in een voormalig klaslokaal, haar werkplek in een oud schoolgebouw midden in Deventer. Ik heb intussen op internet gezocht naar meer over de Indigo kinderen en vond vele verschillende verhalen en interpretaties. Het lijkt of de term nieuwetijdskinderen op dit moment hetzelfde ‘type’ kinderen aanduidt. Zowel www.indigokinderen.nl en Stichting Nieuwetijdskinderen benadrukken de intuïtieve kwaliteiten van deze kinderen. Het lijkt of deze hoog intuïtieve kinderen altijd bestaan hebben en de ‘eigenschap’ van ouder op kind wordt doorgegeven. Daarnaast lijkt het niet zinvol deze kinderen te labellen, omdat ze juist niet als apart en bijzonder willen worden gezien vanuit hun eenheidsbeleving. Meer over wat ik vond schrijf ik in een aparte blogpost.
Ook Marion concludeert dat het eigenlijk niet zoveel uitmaakt hoe je het noemt en of het om een specifieke groep gaat. Ze vond de herkenning wel fijn in de tijd dat ze ontdekte dat ze zich anders gedroeg dan de meeste kinderen om zich heen. Het gaf haar een gevoel dat ze er mocht zijn met al haar kwaliteiten en vermogens.
Hoogbewustzijn is voor Marion dat ze heel snel door dingen heen kan kijken. Ze doorziet mensen en processen. Dit heeft haar carrière als bedrijfskundige zeker gevormd. Ze krijgt snel een goed beeld van het geheel. Ze ziet wat er gebeurt in mensen en hun onderlinge interacties in organisaties. Ze helpt mensen graag hun werk te ordenen en overzien, waardoor ze tot veel meer in staat blijken dan ze dachten.
Haar gevoeligheid maakt dat ze aanvoelt wat een ander nodig heeft en wat ze van een ander kan leren. Dat leren is voor haar primair. Als ze niks te leren heeft, dan stapt ze op en gaat ze iets anders doen. Dat lijkt voor relaties ook te gelden, voor werkrelaties in elk geval en in vriendschappen wisselt ze ook graag iets uit.
Als we het over relaties tussen mensen hebben en hoe je contact met elkaar onderhoudt, komen we uit bij één van Marions grootste verwonderingen. Ze snapt niet dat mensen zoveel voor elkaar invullen en zich dan schuldig voelen op basis van die gedachten. Je weet immers helemaal niet hoe de ander over je denkt. En als je iets bewust doet, dan doe je geen dingen waarover je je schuldig hoeft te voelen.
Marion kijkt sowieso graag naar het positieve. Ze gelooft dat als je de dingen meer vanuit liefde probeert te zien en je negatieve dingen minder ruimte geeft, je ook minder de negativiteit van anderen oppakt. Een mooie manier om met haar gevoeligheid om te gaan is dan ook positief in het leven staan. Als ze zich minder lekker voelt vindt ze het veel lastiger te bepalen of een gevoel van zichzelf is. Dat kan best ver gaan ontdekte Marion. Ze voelde op een gegeven moment zelfs in haar knie de kniepijn van iemand anders.
Omgaan met haar gevoeligheid is voor Marion een zoektocht geweest. Ze vond het vooral lastig om zich niet te veel terug te trekken. Het meer bewust worden van haar eigen lijf en haar eigen energie hebben haar daarin geholpen. Ze voelt nu aan ‘wanneer ze ergens weg moet gaan’ en dat doet ze dan ook, ook als dat ‘niet zo gepast’ is.